Dierenfotografie
Op 24 maart 2004 zijn hebben wij een fotoworkshop dieren fotografie gevolgt bij Rob Doolaard. [http://www.dierenfotografie.nl, Site van Rob Doolaard]
Deze enorm enthousiaste man had een aantal hele praktische tips.
Algemeen:
- Zorg dat het onderwerp van te voren goed uitgelicht is dan hoef je alleen maar scherp te stellen.
Makkelijk daarbij is om de zon van achter het object te laten komen om niet te worden beinvloed door directe zonlicht inval.
- Als je de belichting van een object niet voor elkaar krijgt vanwege contrast. Gebruik dan een alternatief.
Bijvoorbeeld: groep skieers tegen witte sneeuw.
Stel je diafragma en sluitertijd af op je eigen hand en gebruik deze dan om te fotograferen. Alles met dezelfde tint als jou hand is goed belicht.
- Gebruik altijd een zonneklep OOK ALS DE ZON NIET SCHIJNT.
- Object van boven genomen geeft zielige indruk.
Ogen van hongerige kinderen.
- Object op ooghoogte genomen krijgt achtergrond mee.
Paddestoel krijgt bomen en grasprietjes op de achtergrond.
- Object van onder genomen geeft een stoere indruk.
Portret van personen.
- Door gaas of tralies fotograferen:
Als men door tralies heen moet fotograferen dan kan men het best een grote diafragma gebruiken en de zonneklep verwijderen.
Films:
- Snelle film heeft een groter contrast bereik dan een langzame film, een langzame film heeft een beperkte contrast bereik.
- Hard licht (Kenia) kan zachter gemaakt worden door een snelle fim te gebruiken. Bijvoorbeeld 800 asa.
- Zacht licht ('s ochtends) kan harder worden gemaakt door langzame film te gebruiken. Bijvoorbeeld 100 asa
- Films kunnen beter tegen overbelichting dan onderbelichting. Advies is om altijd met 1 stop overbelichting te fotograferen.
Scherpte diepte:
- Scherpte diepte dient te worden ingesteld op 1/3 van de gewenste scherptediepte.
- Diepte effect.
Door iets mee te fotograferen waarvan men de grootte kent kan met een extra diepte effect maken.
Een ander veelgebruikte truuk is om iets onscherps op de voorgrond mee te fotograferen.
Digitale fotografie:
- Bij digitale fotografie kalibeer je scherm.
Handige tip:
Maak met daglicht een opname met je digitale camera van een stuk karton met hierop aangebracht een aantal primaire kleuren.
Zorg dat er geen enkel licht op je monitor valt en stel de kleuren op je monitor zodanig in dat ze overeen komen met je kleuren op je stuk karton.
Herhaal dit eens per maand.
Fotagraferen met flitser:
- Meeflitsers. Er zijn standalone meeflitsers te koop die optisch een flits produceren als er wordt gefiltst.
- Flitsen op grote afstand:
Een goede flitser heeft een bereik van ongeveer 5 meter. Om toch op grote afstand een onderwerp met een flits te verlichten kan gebruikt worden gemaakt van een koker rond de flitser. Een koker van 15 cm kan op 10 meter nog een goede verlichting geven. Een koker van 30 cm kan op 20 meter nog een goede verlichting geven en een koker van 45 cm kan op 30 meter nog een goede verlichting geven.
Macro fotografie:
- Bij macro fotografie van een bewegend object altijd de flits gebruiken om de beweging stil te zetten.
- Gebruik kleine diafragma om het omgevingslicht uit te schakelen en de flits te gebruiken als primaire verlichting. Hierbij moet de flitser op handbediening worden gezet. Zorg dat de flits intensiteit dusdanig is dat er een goede belichting ontstaat.
DIAFRAGMA:
Grote diafragma beteken grote lens opening, dit wordt weergegeven door een kleine diafragma waarde.
f 2,8 betekend is grote diafragma en een grote lens opening.
f 22 betekend is kleine diafragma en een kleine lens opening.
Als nu het getal achter de f wordt gelezen als een filterwaarde, dus de hoeveelheid licht dat wordt gefilterd (tegengehouden), dan wordt het diafragma verhaal een stuk duidelijker.
Ezelsbruggetje:
Grote diafragma = Grote opening
Grote opening = Veel licht
Veel licht = Weinig licht filteren.
Weinig licht filteren = Kleine filter waarde, f is klein.
Kleine diafragma = Kleine opening
Grote opening = Weinig licht
Weinig licht = Veel licht filteren.
Veel licht filteren = Grote filter waarde, f is groot.